ABP verwacht dat de premie van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen per 1 januari 2022 stijgt met 1,5%-punt van 25,9% naar 27,4%.
ABP waarschuwde vorig jaar al voor een stijging van de pensioenpremies per januari 2022. Dit was aanleiding voor de WSGO om, samen met de andere sectororganisaties van de overheids- onderwijssectoren, in gesprek te gaan met de samenwerkende centrales voor het overheidspersoneel (SCO). Het doel van het overleg was de pensioenpremiestijging te voorkomen dan wel af te zwakken. Het overleg leidde niet tot wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2022 op dit punt.
Na de zomer wordt alsnog verder verkend of er een andere manier is om de totale pensioenpremielast de komende jaren niet te laten stijgen. De uitkomst van deze verkenning kan nog van invloed zijn op de definitieve vaststelling van de pensioenpremies.
Premiestijging
Volgens de schatting van ABP stijgt het premiepercentage voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen per 1 januari 2022 met 1,5%-punt van 25,9% naar 27,4%. De premie voor de VPL-compensatie (IVP-premie) blijft 3%. Door de stijging van de pensioenpremies stijgt zowel de werkgevers- als werknemersbijdrage aan de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Het definitieve percentage van de pensioenpremie wordt eind november door het ABP-bestuur vastgesteld.
Meer informatie
- Nieuwsbericht ABPÂ (abp.nl)