Ga naar de content
bg bg bg

De pensioenpremie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen bij het ABP stijgt volgend jaar met 1 procentpunt van 24,9% naar 25,9%. De werkgever betaalt ongeveer 70% en de werknemer ongeveer 30% van deze premie.

De stijging wordt vooral veroorzaakt door een verlaging van de rendementsverwachting. Door een daling in de levensverwachting is de stijging minder hard dan voor de zomer door het ABP was geschat.

Andere pensioenpremies

Ook andere pensioenpremies stijgen per 1 januari 2021. De premie voor de VPL-compensatie stijgt van 2,6% naar 3%. VPL-compensatie is een tegemoetkoming voor de afschaffing van de regeling voor vroegpensioen (FPU) en wordt volledig door de werkgevers betaald. 

De premie Arbeidsongeschiktheidspensioen verschilt per sector. Voor de sector gemeenten blijft deze premie 0,9%. Deze premie wordt voor 70% door werkgevers en voor 30% door werknemers betaald.

De stijging van de pensioenpremies heeft effect op de loonkosten voor werkgevers. Dit heeft gevolgen voor de te besteden arbeidsvoorwaardenruimte 2021 op de cao-tafel. 

Meer informatie

Delen